top of page

Spontane ridders kunnen alles

De goede dagen zouden beter wat meer in de verf komen te staan, maar de mindere springen soms zo in het oog dat die schreeuwen om aandacht.



We hadden niet zo goed over de dag nagedacht. Misschien zit daar al een bron voor de minder geslaagde dag. Nu roept er zo een stemmetje: ‘Waarom moet alles toch altijd zo gepland, gekend en bekend zijn?’, waarop de andere persoon in mijn hoofd zegt: ‘Durf jij dat nu écht nog te vragen?’.


Vanavond ben ik volledig Stem 1. Ik had daar nu vandaag eens echt geen zin in. Wel in een fijne dag en ook in het spontane wat die kon geven. In gewoon zien en doen wat de dag brengt. Een dag met ons vier.


De nacht voordien was alweer een nacht met bitter weinig slaap, maar uiteraard sliep de oudste vandaag tot het moment dat we hem wel moesten wekken. Er stond namelijk een vroege consultatie gepland bij pediatrie om een slaaponderzoek te bespreken. Perfecte timing, dacht ik gisteren nog, na die slapeloze nacht. Het was spannend, voor iedereen. Een ziekenhuis waar hij nog nooit was geweest, de parking zoeken, de weg naar de juiste afdeling. Da’s nieuw, da’s veel, da’s spannend. Die credits van erkenning wilden we hem maar al te graag geven.


Nadat het minst leuke deel van de dag erop zat, konden we het alleen maar plezanter maken, dachten we - naïef als we waren. Een kort bezoekje aan mams haar werk, zodat de kinderen zich eens een beeld konden vormen van ‘Antwerpen’, zoals mams dat zegt als ze naar haar werk vertrekt. Een kleine shock voor die twee: Antwerpen is groot. Antwerpen is niet maar één plaats maar heel veel huizen, straten, wijken, pleinen, … Nu snapte de jongste plots waarom mams haar juf niet had gezien toen die naar een bijscholing ging ‘in Antwerpen’.


Nog een blitzbezoek aan de peter van de jongste (die toevallig wél net in hetzelfde gebouw werkt als mams en waarbij er toch terug twijfel ontstond over het begrip 'Antwerpen') en we gingen richting de lift.


De oudste had duidelijk niet bepaald begrepen dat we een gezinsuitje hadden. ‘Ik wil alleen met mams in de lift!’ en weg was de sfeer. Mams en zus hadden al plaats genomen in de cabine en dat was niet zoals het in zijn hoofd zat. Hij weigerde in te stappen. De lift ging naar beneden, zonder hem en zonder mij. Hij smeet zich neer op de grond om duidelijk te maken dat ik niet moest denken dat we hier snel weg zouden zijn. We hadden bekijks, dat kan ik je vertellen. Een vriendelijk vrouw vroeg of een paasei misschien kon helpen, maar nee. Meneer weigerde, bleef koppig en luid op de vloer liggen, boos dat mams al weg was. Zo gingen er minuuuuten voorbij. Ik zette me maar mee neer op de propere vloer, me niets aantrekkend van de voorbijgangers in kostuum. Er was iets geknapt in zijn hoofd en alleen met kalmte kon ik de kortsluiting proberen te vinden. Het antwoord was simpel en dat had hij eigenlijk al duidelijk aangeven, alleen hadden wij dat niet zo begrepen: hij wilde Mams-Tijd. Het was zo een dag waarop hij mij niet nodig had. Niet uit slechte wil of iets negatiefs, maar hij had gewoon nood aan wat qualitytime met zijn mams. Toen ik dat zo benoemde, werd zijn blik terug helder. Het besef dat door daar te liggen hij haar niet zou zien, daagde in zijn hoofd. We stapten de lift in en gingen op zoek naar mams. Hand in hand.


Lunchtime. Mechelen. De Vleeshalle. Een drukke plaats, keuzestress, prikkels à volonté, maar wij gingen dat trotseren. Want wij kunnen dat! Hahahahahahaha! Kinderen hoeven niet braaf op een stoeltje te zitten, zoals die naast ons tafeltje deden. Kinderen moeten niet stil zijn als daar geen reden toe is, ze mogen zich uiten en alles in geuren en - vaak teveel - kleuren vertellen wat ze gezien hebben op toilet of in het bord van die mevrouw met haar ‘dikke buik'. Maar het contrast was weer treffend, en de vraag werd voor de eerste keer vandaag gesteld: ‘Waarom? Wat doen wij mis?’.


Soit, de honger was gestild met de nodige drama en geluidsoverlast en we hadden een nieuw, geweldig idee: laten we gaan bowlen. Het was er al uit voor we ons realiseerden dat er mogelijk geen plaats meer zou zijn in de dichtstbijzijnde bowlingzaak. Reserven in een vakantie op een regenachtige dag is toch he-le-maal niet nodig. Of wel? Misschien eens bellen voor de zekerheid. Damn, ontgoocheling bij ons, oeverloos (gespeeld) verdriet bij de kinderen. Dan maar een andere bowlingbaan zoeken en die vonden we, al was het even rijden. Het was het waard, want het was fijn. Echt. Het was alweer superdruk, superluid, maar ook superfijn.


Tot we naar huis gingen. De ontploffing net voor we in de auto stapten - en ik laat nu bewust veel details weg - werd door iedereen gehoord. Bij de wandeling naar de auto waren alle blikken op ons gericht en kregen we van de mensen bemoedigende en ook wel vragende blikken. De ontploffing van de oudste was vuur dat ons als buskruit opblies en waarvan de jongste de rook uitademde. Hoe we ook iets probeerden uit te leggen, we drongen niet door tot die extra gekronkelde hersenpan van hem. ‘Sorry’, hoorden we ons dochtertje zeggen van op de achterbank, al had zij hier weinig aandeel in. Zoon(lief) keek voor zich uit met een blik die ik maar niet kon doorgronden.


Is het oké om woorden uit te spreken in het bijzijn van je kind die écht niet voor zijn oren zijn bestemd? Nee, tuurlijk niet. Maar de ene pedagogische vervloeking al erger dan de andere kwam ter ore van beide kinderen. Hun monden vielen eindelijk stil en wij voelden nog het nazinderend geroep uit die van ons.


Tijdens en na het avondeten bleef de spanning te snijden. De ene strijd wisselde de volgende af. De intensiteit waarmee elke aparte, kleine strijd werd gevoerd was immens in zijn totaliteit. Moe en uitgeput begon ik aan de avondshift, waarbij ik extra positieve aandacht toonde voor de kleine meid die alweer onder de indruk was van al de hevigheid en ten koste van zichzelf elk conflict beslechtte. 'Broer mag dat wel doen, ik hoef niet, dat mag hij kiezen.' Nee, lieve meid, broer heeft het soms moeilijk maar jij mag best je eigen plaatsje kiezen. En als het jou niet lukt, dan neem ik even je plaats in en verdedig ik jouw belangen. Ook al weet ik dat je dan boos op me bent omdat zo de aanvaringen niet uit de weg kunnen worden gegaan.


Bij het slapengaan liet ik haar de boekjes kiezen en vleide ze zich tegen me aan in haar bed. Broer had eindelijk begrepen dat er een grens was en dat was ditmaal een fysieke: ik verdraag het even niet om mijn arm rond je heen te leggen, om samen met ons drie de dag afronden alsof er niets is gebeurd. Hij zette zich met enige ruimte tussen ons naast me op de grond om mee te luisteren naar de verhaaltjes.


Zus koos drie boekjes en het beste hield ik als laatste: 'Mijn mama is een ridder'. Telkens ik dat boekje lees, krijg ik een krop in de keel. Deze avond, doodop van het gevecht van de dag, rolden de tranen over mijn wangen en kreeg ik de woorden amper uitgesproken. De lieve meid naast me keek me aan en ik zag haar twijfelen over wat ze zou doen.


Ze besloot mijn emoties niet uit de weg te gaan en ze vroeg me: 'Mama, ben je ook een ridder?'.

'Ja, soms wel. En als ik geen ridder ben, ben ik 100% mama. Die van jullie en dat is niet altijd even gemakkelijk, maar ik zie jullie ondanks de moeilijke dag nog altijd even graag.'

'Broer heeft het soms moeilijk, hé mama?'

Meer dan een kort knikje kon ik niet geven als antwoord. Want ja, hij heeft het soms héél moeilijk en dat heeft een weerslag op ons allemaal.


Met de oudste was er deze avond geen praatmoment. Meer dan de noodzakelijke veiligheid geven om in te slapen kon ik niet bieden. Hij viel in slaap en ik hoop zo hard dat hij nu droomt over vertrouwde pizza's, prikkelarme bowlingbanen en een plaats waar hij de rust kan krijgen die hij nodig heeft. Dan was de dag in zijn dromen alvast geslaagd.

133 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page